Mozart op hoge hakken
Ik loop over twee dunne planken met daartussen een diepe spleet. In Gloria Deus naam, waarom heb ik hoge hakken aan?
Twee partituren houd ik vast, waar laat ik die op deze plank? Voordat ik mag zitten, moet ik nog staan. Schouder aan schouder, met links een alt en rechts een sopraan.
Als iemand zijn gewicht verplaatst, wiebel ik noodgedwongen mee. ‘Ontspan,’ zegt de dirigent. Mijn kuiten doen krampachtig hun best.
Ik voel de dames aan mijn zijden ademhalen voor iedere inzet. In mijn rug prikt een partituur en de mijne wipt per ongeluk het kapsel van mijn voorgangster omhoog.
Ik heb ruimte nodig om de tonen breed te kunnen trekken. Ik heb al mijn moed nodig om in fortissimo in te durven zetten op een hoge G. Dat gaat niet als je je een sardientje voelt. Temidden van honderd zangers van Toonkunst sluit ik mijn ogen en neem een besluit. Ik ben niet ik, we zijn een wij. Ik zet me niet schrap maar zal me laten dragen. De wiebel onder mijn voeten wordt een golf die via mijn knieën omhoog golft, die mijn bekken beweeglijk houdt, mijn middenrif alert en mijn borstbeen heft, mijn schouders ontspant en mijn torso breedte geeft. Als een oever vangt mijn gehemelte de beweging. Zo zet ik de wiebelende planken om tot klank en ondersteunt het bewegen van het hele koor mijn ‘Rex tremendae maiestatis.’ De toon zweeft moeiteloos naar het balkon, waar mijn drie kinderen hem vangen.
Ze lachen naar me en doen hun best mijn aandacht vast te houden, zodat ik niet naar de dirigent kan kijken. De kinderen hopen dat ik me vergis en moederziel alleen een hoge ‘Gloria’ ten gehore breng.
Ik ben niet bereid hen dat plezier te doen en vlucht snel weer terug in de armen van de dirigent. Dat is het punt waar ik mijn aandacht laat rusten. In volledige volgzaamheid. Volgzaamheid vol overgave, maar actief tot in iedere cel. Er is alleen het nu.
Na het wegsterven van de laatste klanken van het Requiem van Mozart, houdt de dirigent zijn baton geheven en vangt daarop de stilte. Zeshonderdman publiek, een groot orkest, en de zangers, houden hun adem in en beleven een rimpelloos moment van intense verbondenheid.